Wij Putten: waar is de wijkagent?

Foto: Redactie

Hoe kunnen we voorkomen dat we de politie straks alleen nog maar van de televisie kennen? Dat is een van de vragen die de fractie van Wij Putten maandagavond aan het college heeft gesteld.

Aanleiding is een interview met de Puttense wijkagent Roel van de Veen dat vorige week verscheen in NRC Next, waarin hij een onthutsend beeld schetst van zijn werk. Doordat hij nooddiensten moet draaien en cursussen moet volgen, komt het voor dat hij twee weken achtereen niet in zijn wijk verschijnt. In zijn vrije tijd schiet hij bewoners telefonisch of per whatsapp te hulp. Hij weet van wietteelt, maar kan er wegens tijdgebrek geen werk van maken. De beloofde uitbreiding van twee naar vier wijkagenten is er gekomen, maar dat is ten koste gegaan van de bestaande bezetting. “Een koekje van eigen deeg”, zegt de wijkagent in het interview. “Het waren agenten die we al hadden, ze hebben alleen een andere taak gekregen.”

Ook het uitkleden van het politiebureau in Putten baart de wijkagent zorgen. Vroeger liepen er op woensdag altijd twee agenten op de markt, waardoor de politie hoorde wat er speelde. “Maar de mensen zien ons amper meer.”

Wij Putten wilde graag van het college weten of het beeld dat Van de Veen schetst klopt. Bij de invoering van de Nationale Politie was het streven dat wijkagenten 80 procent van hun tijd op straat zouden doorbrengen. “Daar komt kennelijk weinig van terecht”, zegt fractievoorzitter Herman Luitjes van Wij Putten. Concreet wilde hij weten of het inderdaad voorkomt dat een wijkagent twee weken niet aan z’n werk toekomt en dat de uitbreiding van het aantal ten koste is gegaan van de bestaande bezetting. Ook wilde hij antwoord op de vraag of wietteelt vanwege een gebrek aan menskracht niet wordt aangepakt. “Maar vooral dringt de vraag zich op of de burgemeester nog wel op een adequate manier invulling kan geven aan zijn taken op het gebied van openbare orde en veiligheid”, aldus Luitjes.

Die garantie durfde burgemeester Henk Lambooij in zijn antwoord wel te geven. En teamchef Lisette Cozijnsen had wel wat af te dingen op het interview: het had plaatsgevonden in september, toen er door de vakantieperiode inderdaad wat onderbezetting was. “We zijn op sterkte en normaal halen we de norm van 80 procent”, aldus Cozijnsen, die ook aangaf dat de teelt van hennep wel degelijk wordt aangepakt.

Luitjes toonde zich nog niet gerustgesteld en gaat de kwestie nog in de raadscommissie aan de orde stellen. “Met de terugloop van het aantal boerenbedrijven en de toename van lege schuren ligt de verleiding om duistere activiteiten te ontwikkelen op de loer. We willen geen Brabantse toestanden in het buitengebied van Putten.”