Putten heeft weer een voltallig college. Gisteravond (donderdag 17 mei) zijn de heren Gerritsen (SGP), Koekkoek (WIJ Putten) en Priem (ChristenUnie) opnieuw benoemd als wethouder voor de komende vier jaar.
De gemeenteraad koos unaniem voor Koekkoek en Priem. De heer Gerritsen moest het met zeventien stemmen voor en twee stemmen tegen doen. De drie wethouders hebben voor het oog van de gemeenteraad de eed of belofte afgelegd.
Daarna werden de commissieleden benoemd die geen raadslid zijn. Ook zij legden de eed of belofte af. Voor Wij Putten was dat de heer Tigchelaar en voor de ChristenUnie gaan de heren Van den Brink en Van de Langemheen aan de slag. Mevrouw Van de Brug en de heer Van de Koot zijn benoemd als commissielid voor het CDA en voor de SGP zijn de heren Van Rijn en Prins commissielid voor de komende jaren.
Mevrouw Van Voorst-Ruiter (Wij Putten) is benoemd als waarnemend raadsvoorzitter en waarnemend voor het ambt van burgemeester bij verhindering of ontstentenis van alle wethouders. Zij kreeg twaalf stemmen voor en zeven stemmen tegen. Het voorzitterschap van de raad wordt bij verhindering of ontstentenis van de burgemeester waargenomen door een van de wethouders. Maar als alle wethouders verhinderd zijn, moet er een waarnemer voor het ambt van burgemeester aangesteld worden. Meestal wordt deze rol vervuld door de nestor (het langstzittende raadslid) van de gemeenteraad. Van den Brink van de SGP is het langstzittende raadslid, maar mevrouw Van Voorst van Wij Putten werd voorgedragen als waarnemend raadsvoorzitter. Van Schoor van het CDA gaf aan verbaasd te zijn dat de nestor van de raad niet werd voorgedragen. Burgemeester Lambooij legde uit dat de heer Van den Brink zich niet beschikbaar wilde stellen voor deze taak en er zelf afstand van had genomen. “Het is juridisch mogelijk dat de raad een ander lid met deze taak belast.” Na de vergadering gaf Hoogendijk van Gemeentebelangen aan dat hij, na de weigering van Van den Brink, in aanmerking was gekomen om nestor te worden. “Ik ben namelijk het op een na oudste raadslid en had deze taak graag op me genomen. Over de benoeming van de waarnemend raadsvoorzitter had, voorafgaand aan deze raadsvergadering, een open gesprek gevoerd moeten worden.”