Inburgering statushouders besproken

Foto: A. Westphal-Kreeftmeijer

De Stichting Present verzorgt de inburgering van de statushouders in Putten en vorige week werd hun halfjaarverslag besproken door de commissie samenleving. De stichting koppelt vrijwilligers aan nieuwkomers en die zorgen ervoor dat deze mensen door intensieve begeleiding zo snel mogelijk integreren in de Puttens samenleving.

Uit de rapportage blijkt dat de begeleiding van Eritrese statushouders intensiever is dan de begeleiding van statushouders met een andere nationaliteit. De meeste partijen, met uitzondering van de ChristenUnie, kunnen niet echt uit de voeten met het verslag en er kwamen veel vragen vanuit de commissie.

CDA’er Van Dijk maakt zich zorgen over de vrijwilligers van Present. “Lukt het de stichting om voldoende vrijwilligers te krijgen”, vraagt hij zich af. Ook wil Van Dijk weten of er progressie te zien is bij de statushouders. Klompenhouwer van de VVD gaf aan: “Present is tevreden over zichzelf en het college kennelijk ook over dit rapport, maar de inburgering van statushouders is erg belangrijk. Hoe controleren we of het echt goed gaat. Wij pleiten voor een onafhankelijke controle.” Ook Van Voorst van Wij Putten noemde de rapportage summier. “We horen dat de inburgering steeds vaker mislukt. Hoe kunnen we dat verbeteren. Niet alleen de vluchteling moet zijn best doen maar ook de Nederlandse staat. We staan voor een grote uitdaging. Alleen een dak boven je hoofd is niet voldoende.  Hoe gaan we om met de sociale aspecten. Is dat goed geborgd.” Van Ooijen van de ChristenUnie is echter van mening dat Putten voorop loopt. “Wij hebben het goed geregeld met Present. De vrijwilligers zijn hier bekend en zij geven liefde en doen hun werk met passie. Stichting Present doet het geweldig.”

Wethouder Kleijer legt uit: “Stichting Present levert begeleiding vanaf de eerste dag. Vrijwilligers maken de statushouders wegwijs in ons dorp en er wordt gestimuleerd dat de mensen mee gaan doen. Elk kwartaal wordt iedere statushouder besproken. De begeleiding begint zeer intensief en wordt langzaam afgebouwd.” Klompenhouwer meent echter: ‘U brengt alleen maar een positief verhaal, maar dat is niet gestoeld op cijfers.” Van Dijk vraagt of het college met een bespreekstuk wil komen om er in een volgende vergadering nog eens over door te praten. Kleijer geeft aan: “De raad besluit aan het einde van het jaar of we doorgaan met Present en misschien is dat een logisch moment om dan een onafhankelijk onderzoek te laten doen.”