In de afgelopen maanden zijn de prijzen van bestaande koophuizen op de Nederlandse woningmarkt constant in beweging geweest. Hoewel de stijging van huisprijzen in februari minder steil was dan in voorgaande maanden, blijft de trend van toenemende prijzen zichtbaar. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Kadaster melden dat de gemiddelde prijs voor een woning vorige maand met 10,6 procent is gestegen ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar.
Kopers werden geconfronteerd met een gemiddelde prijs van €467.363 voor een woning in februari, wat weliswaar een stijging impliceert maar een matiging laat zien vergeleken met voorgaande maanden. In januari bedroeg de prijsstijging 11,5 procent op jaarbasis, terwijl deze in december op 10,9 procent lag. De stijging ten opzichte van januari was slechts 0,1 procent, wat duidt op een afvlakking van de groei.
De voortdurende stijging van huizenprijzen sinds juni 2023 heeft geleid tot structurele recordhoogten in de markt. De toenemende prijzen kunnen worden verklaard door de aanhoudende discrepantie tussen vraag en aanbod van woningen, het gestegen niveau van salarissen en de dalende hypotheekrente, waardoor kopers meer kunnen investeren in een woning.
Ondanks het tekort aan woningen werden er vorige maand 16.356 huizen verhandeld, wat een stijging van 18 procent betekent vergeleken met het voorgaande jaar. Het kabinet streeft naar de bouw van 100.000 woningen per jaar om het huizentekort te verlichten, echter heeft dit doel tot nu toe niet kunnen worden bereikt.
Daarnaast hebben recente zorgen over de stikstofcrisis invloed op de woningbouw in Nederland. De Raad van State heeft bepaald dat in de bouw niet langer vrijelijk met beschikbare stikstofruimte geschoven mag worden, waardoor een natuurvergunning vereist is voor verdere ontwikkelingen. Bouwend Nederland meldt dat 244.000 huizen niet kunnen worden gebouwd vanwege de stikstofproblematiek, wat de toekomstige groei van de huizenmarkt kan belemmeren.