Nog een week kan er gestemd worden op het boek ‘Een Bofkont in Pechstad’, geschreven door Thijmen Gijsbertsen uit Putten. Het boek van Gijsbertsen is genomineerd voor de Nederlandse Kinderjury. Ook de Hotze de Roosprijs ligt binnen handbereik van Gijsbertsen.
“Ik zou het geweldig vinden als mijn boek een prijs krijgt en hoop dan ook op veel stemmen”, aldus Gijsbertsen. “De Hotze de Roosprijs is voor het best debuterende kinderboek. Kinderen uit Zaanstad lezen de genomineerde boeken en selecteren drie finalisten. Het is de meest eervolle prijs voor een debuterend schrijver. Kinderen bepalen ook welke boeken worden genomineerd. De drie finalisten strijden in mei voor de hoofdprijs. In juni maakt een vakjury de winnaar bekend. “Ik zou het al geweldig vinden als ik bij de drie finalisten hoor.”
De kinderjury is de kinderboekenprijs waar alle kinderboeken van het afgelopen jaar aan meedingen. In de bibliotheek zijn al deze boeken te herkennen aan een sticker. Stemformulieren zijn te halen bij de bibliotheek of de Bruna en uiteraard is stemmen via internet ook een mogelijkheid. Via het formulier kunnen kinderen hun favoriete top drie aangeven. Bij de bibliotheek is alle informatie te vinden, maar ook via www.kinderjury.nl.
“Kinderjury is het medicijn om lezen te bevorderen en er worden lespakketten aangeboden aan basisscholen. Klassen die hun stem uitbrengen kunnen ook prijzen winnen”, vertelt Gijsbertsen. Stemmen kan nog tot en met woensdag 16 mei. Op woensdag 27 juni worden de winnaars bekend gemaakt en worden de prijzen uitgereikt.
Het vervolg op ‘Een Bofkont in Pechstad’ komt volgend jaar uit. Thijmen is bezig om de laatste hand te leggen aan het vervolg zijn boek. “Ik heb nog geen titel maar het grootste deel van het boek is al klaar. Een deel ligt al bij de uitgever en illustrator Marja is al bezig met het maken van tekeningen. In juli is het boek echt af en dan verschijnt het in maart 2019. Het schrijven gaat op dit moment niet zo snel. Ik heb vier kinderen en werk zesendertig uur per week. Ik schrijf alleen op de maandagavond en dan produceer ik meestal drie tot vier bladzijden op een avond. Gelukkig heeft de uitgeverij daar wel begrip voor.”