Henri Luitjes van Wij Putten en Okko van Dijk van het CDA kregen tijdens de raadsvergadering die gisteravond werd gehouden een koninklijke onderscheiding opgespeld door burgemeester Lambooij. Beiden namen, net als zeven andere vertrekkende raadsleden, afscheid van de gemeenteraad.
Burgemeester Lambooij richtte zich tot Henri Luitjes. “Jij bent een van de langstzittende leden van onze gemeenteraad. Als een van de weinigen ben jij ooit van politieke kleur verandert. Je ging van de PvdA/GroenLinks naar Wij Putten. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik niet altijd jouw sociaaldemocratische ideaal in alle toonaarden tegenkwam. Als raadslid was jij uiterst punctueel en zeer gedegen voorbereid begon jij aan het debat. Je ergerde je soms aan een te monistische opstelling van de raad en je liet je door niemand met een kluitje in het riet sturen. Veel werk heb je gemaakt van de vorming van de coalitie die vandaag ophoudt te bestaan. Ook het door jou voorgezeten overleg, wat leidde tot een coalitieakkoord was goed doordacht en het akkoord was ‘smart’ geformuleerd. Door jou jarenlange ervaring als lid van onze raad wist jij van tal van zaken het verleden en daar konden wij allen ons voordeel mee doen. Naast dat alles was jij tevens vicevoorzitter van de raad. Vanwege jou jarenlange staat van dienst, gekoppeld aan een brandschoon blazoen, heeft het Zijne Majesteit de Koning behaagd om jou te benoemen tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.”
Daarna sprak burgemeester Lambooij tot Okko van Dijk van het CDA. Kenmerkend voor jou optredens in de raad is dat jij vaak begint met een citaat of een verwijzing naar een krantenartikel waarna jij aan je werkelijke bijdrage begon. Iedereen in de raad zal bij Okko in de eerste plaats denken aan jouw betrokkenheid bij het sociaal domein. Over dat onderwerp sprak jij steeds met gezag vanuit een hoge mate van betrokkenheid en deskundigheid. Het steeds meer, in woord en daad, opkomen voor de zwakken in de samenleving lijkt wel jouw levensdevies te zijn. Naast jouw kennis over het sociaal domein heb ik jou leren kennen als een ervaren Israël-ganger. Onze ontmoeting aan het meer van Tiberias zal ik niet licht vergeten. Ook voor jou geldt, dat het gelet op jouw jarenlange staat van dienst het Zijne Majesteit Koning Willem heeft behaagd om jou te benoemen tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau.”
Beide heren kregen de versierselen opgespeld.