Morgen (21 maart) is het zover. Dan mogen alle inwoners vanaf achttien jaar naar de stembus voor de gemeenteraadsverkiezingen. Alle partijen zijn de afgelopen dagen voorbij gekomen om zich aan de kiezers voor te stellen. Als laatste zal Herman Luitjes (57) van Wij Putten vertellen wat zijn partij belangrijk vindt voor Putten en haar inwoners.
Op de vraag waarom Herman de lokale politiek is in gegaan geeft hij aan: “We hebben acht jaar geleden Wij Putten opgericht, omdat de lokale politiek in zichzelf gekeerd was en vastgeroest. In Putten waren we vergeten dat je met elkaar de gemeente bestuurt, in plaats van vanaf het Fontanusplein. Transparantie en integriteit zijn belangrijk voor het lokaal bestuur. Geen vriendjespolitiek of besluiten in achterkamertjes. Wij Putten is een lokale politieke partij, die de handen uit de mouwen steekt. We gaan niet in het gemeentehuis zitten wachten of vragen stellen en daarna achterover leunen. Wij Putten gaat eropaf en aan de slag. Daarbij stellen we het gemeenschappelijke belang centraal. We sluiten niemand uit en nodigen iedereen uit om mee te bouwen aan Putten.”
Over de nabije toekomst zegt Luitjes: “Wij Putten wil de komende jaren investeren in wegen- en groenonderhoud. Maar we willen ook kwalitatief goede en betaalbare zorg aanbieden, zodat mantelzorgers er niet alleen voor komen te staan. Verkeersveiligheid staat hoog op onze agenda en we moeten echt het dorpscentrum aanpakken. Bouwen van betaalbare woningen heeft ook onze hoogste prioriteit. En bij alles wat we als gemeente doen, moeten we onze inwoners vanaf het begin nauw erbij betrekken.”
Op de vraag waar hij over vier jaar trots op wil zijn antwoordt hij: “Ik wil trots zijn op Putten, waarin we met elkaar op een ontspannen manier wonen, werken en onze vrije tijd invulling geven. Trots op een dorp dat spettert van energie. Met een levendig centrum, een goed draaiende economie met veel werkgelegenheid en voldoende woningen voor onze jonge generaties. Met een gevarieerd winkelbestand, adequate voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs en cultuur en een bruisend verenigingsleven.”