Ruim de helft van de mantelzorgers heeft de afgelopen periode als zwaarder ervaren

Foto: Pixabay

Tijdens de lockdown van maart tot en met mei 2020 heeft ruim de helft van de mantelzorgers de mantelzorg als zwaarder ervaren dan normaal. Dit kwam door het wegvallen van voorzieningen, school en hulp en door de spanning, het verdriet en de angst die de coronamaatregelen veroorzaakten. Bovendien werd de kring van mensen die af en toe konden bijspringen erg klein door de lockdown.

Van de mantelzorgers die aangaven dat de lockdown het mantelzorgen niet zwaarder had gemaakt was er een aantal die altijd al een geïsoleerd leven leiden, omdat de aandoening van de zorgvrager een sociaal leven van de mantelzorger in de weg staat. Anderen ondervonden niet alleen nadelen van de lockdown maar ook voordelen. Die voordelen waren onder andere meer rust en minder prikkels.

Welzijn Putten heeft een telefonische enquete gehouden onder Puttense mantelzorgers om zo een beter beeld te krijgen van de situatie van de mantelzorgers tijdens de lockdown van maart tot en met mei 2020. “Vanuit de gemeente werd tijdens de corona lockdown regelmatig gevraagd welke signalen we krijgen van de mantelzorgers en de zorgvragers over hun situatie. Daarop konden we eigenlijk geen goed antwoord geven. We verwachtten dat corona een extra last legt bij de mantelzorgers. Maar tegelijkertijd komen er weinig hulpvragen binnen zodat we geen onderbouwd antwoord kunnen geven. Bovendien zijn hulpvragen doorgaans het topje van de ijsberg. Door het interviewen van mantelzorgers hebben we geprobeerd om een en ander in beeld te krijgen”, legt Simone van Ee van Welzijn Putten uit. “Het beeld dat uit de interviews naar voren komt is dat de mantelzorgers zich kranig hebben gehouden tijdens de lockdown en in sommige gevallen erg hard hebben moeten werken. Er wordt door deze mensen erg uitgekeken naar het opstarten van de dagbesteding en school. De mantelzorgers hadden er begrip voor dat het noodzakelijk was om dagbesteding, school en zorg te stoppen en vonden het logisch dat zij het zorgen allemaal zelf moesten doen.”

Van Ee vervolgt: “Uit de gesprekken kwam naar voren dat mensen positieve ervaringen hebben met Buurtzorg. Ook was men positief over Welzijn Putten. We hoorden regelmatig: ‘Als het nodig is dan weten we jullie te vinden’. Veel mantelzorgers bedankten de interviewers zelfs voor de getoonde interesse.  Negatieve ervaringen had men vooral met te veel regels (bewindvoering) en te strenge en frequente herindicatie bij chronische beperkingen (WMO). Een mevrouw had zich erg gestoord aan de publicatie van de mantelzorgladder in Coronatijd. Immers: al de voorgestelde opties waren door Corona onmogelijk en juist nu stond het water haar aan de lippen.”

“Doel van dit onderzoek was niet alleen om de situatie van de mantelzorgers te kennen maar ook om uit te zoeken op welke manier de mantelzorgers geholpen kunnen worden. De mantelzorgers geven in grote meerderheid aan dat zij geen hulp nodig hebben. De hulp die zij ontvangen vinden zij goed en in het zicht van de versoepeling van de maatregelen ook voldoende. Mensen die geen hulp ontvangen zeggen dat zij het zelf nog wel redden. De kleine twintig procent die wel hulp wil zoekt rust, tijd om zelf te ontspannen en van de inspanning te herstellen. Eigenlijk net als de zorgverleners in het ziekenhuis na de eerste Coronagolf. We denken dat ook de mantelzorgers die daar nu niet aan denken er goed aan zouden doen om rust en ontspanning te zoeken. Hulp vragen en accepteren is voor mantelzorgers vaak moeilijk omdat de zorgvrager het liefst door de naaste verzorgd wordt. De mantelzorger zit klem tussen het belang van de zorgvrager en het eigen belang.”